Niks te vertellen
echter wel een zwaardere maand. En dat was de reden dat ik even 'niks te vertellen had'.
Of liever gezegd: 'teveel te vertellen had', waardoor ik het niet meer op papier kreeg.
Het leven gaat door en inmiddels zijn we aardig aan de diagnose gewend, dat schreef ik al eerder. Maar daar waar de wereld gewoon even hard doordraait, is er bij mij van binnen natuurlijk wel wat veranderd. Ik kijk ineens met verbazing naar het hoge tempo van mijn collega's en leeftijdgenoten.
Ik realiseer me dat ik nog niet eens zo heel lang geleden zo'n zelfde tempo meer dan normaal vond. Opstaan, snel douchen, aankleden, ontbijten, een vluchtige blik op de krant werpen, dan naar Gilde.
's Middags thuis voor mijn eigen bedrijf werken en het eten voorbereiden. Na een werkdag was de avond vooral bedoeld om weer op te laden zodat hetzelfde ritueel zich 's morgens weer kon herhalen. En de weekenden waren voor de klussen waar ik door de week niet aan toe kwam, familiebezoek en wat ontspanning.
Nu mijn agenda veel leger is, komt me juist het leven zoals ik het leidde wat leeg over terwijl ik alles wat ik deed wél met plezier deed. Vreemd toch eigenlijk?
Het besef dat ik voor de periode van ziek zijn wel erg hard rende, wil helaas nog niet zeggen dat mijn huidige agenda me vrolijk stemt. Doordat ik alweer wat meer kan werken (ik zit nu op 16 uur per week bij Gilde, wat ongeveer tweederde van mijn urenomvang is), zou je verwachten dat ik een tevredener persoon ben. De afgelopen maand zag ik echter helaas vooral wat ik allemaal niet meer kan. Ik ging onbewust de lat weer steeds hoger leggen en mezelf verwijten dat ik nog niet 'gewoon' op de 25 uur zit en/of meer cliënten bij mijn eigen bedrijf aan kon. Verder verwijderd van de slechte diagnose, vond ik blijkbaar zelf ook dat alles vooral weer normaal moet zijn. Ik baalde ervan dat ik tussen de middag weer doodmoe naar bed moest en dan evengoed 's avonds om een uur of tien weer helemaal uitgeteld was...zonder nu zoveel te doen op een dag.
Het lukte ook niet goed meer om te genieten van de kleine dingen en hoe meer druk ik daarop zette, hoe minder het uiteraard lukte (probeer het maar eens, verplicht moeten genieten van jezelf).
Kortom: ik kakte mentaal, voor mij heel onverwacht, nogal in.
Gelukkig kreeg ik vanuit mijn werk de mogelijkheid aangeboden om een goede coach te bezoeken. Zij heeft me afgelopen vrijdag heel erg geholpen om in te zien dat je oerkracht sterker dan ooit moet zijn of worden als je te maken krijgt met een levensbedreigende ziekte. We denken beiden dat ik door alle levens- en therapie-ervaringen de juiste gereedschappen in huis heb om lief te zijn voor mezelf en zo de oerkracht te versterken. Maar dan moet ik mijn innerlijke kritische stemmetje dat me steeds af zit te kraken en op zit te jagen, wel even aan de kant zien te duwen. En dat kan ik, nu ik me er zo bewust van ben!
Na het gesprek voelde ik me dan ook kilo's lichter (helaas nog niet zichtbaar. Maar ja, laat ik daar ook niet te kritisch over zijn want natuurlijk word je wat zwaarder als je minder kunt bewegen en vaker buiten de deur op iets lekkers getrakteerd wordt).
Wat ik ook begin te accepteren is dat ik niks te zeggen heb over de uitslagen in het ziekenhuis. Ik kan invloed uitoefenen op hoe ik met mijn lichaam om ga (vanaf nu weer liefdevol en vol compassie dus, het kan er ook niets aan doen dat het Kahler heeft), wat ik er aan eten, liefde en gedachten in stop. Maar ik heb het te doen met de uitslagen die steeds uit de metingen komen, dáár heb ik geen invloed op. Net zo min als op het moment waarop behandeling nodig zal zijn. Ik heb gelukkig nu wel het idee dat het me steeds beter lukt om wat meer bij de dag te leven en de zorgen pas echt weer binnen te laten als het moment van zorgen daar is.
Voor iemand die niks te vertellen heeft, vind ik dat ik het er toch aardig afgebracht heb vandaag.

Reacties
Een reactie posten